Onder de naam
Altaïsche talen worden verschillende Noord-Aziatische
taalfamilies samengevat, waarvan de onderlinge verwantschap onder
taalkundigen nog steeds een onderwerp van debat is. In hun structuur vertonen de
talen grote overeenkomsten, maar een gemeenschappelijke woordenschat blijkt zeer moeilijk te reconstrueren. Een alternatieve verklaring voor de overeenkomsten is de
sprachbund, een geografisch gebied waarin meerdere talen met gemeenschappelijke structurele kenmerken voorkomen, niet door gemeenschappelijke herkomst maar als gevolg van taalcontact. In zijn grootste omvang kent de Altaïsche taalfamilie ongeveer 560 miljoen sprekers. De grootste taal binnen de (Macro-Altaïsche) familie is het Japans, met zo'n 130 miljoen sprekers, gevolgd door het Turks, met 80 miljoen.